You are currently viewing Inleiding in het burgerlijk procesrecht

Inleiding in het burgerlijk procesrecht

Om te beginnen met wat is nou burgerlijk procesrecht, dit is het proces over de manier waarop je een procedure moet starten bij de rechtbank. Het procesrecht geeft dus niet aan wat er inhoudelijk besproken wordt maar de regels omtrent de procedure. Dit wordt dan ook formeel recht genoemd, doordat het niet om de inhoud gaat maar om de processen.

  1. Het handhaven en beïnvloeden van materiële rechten en plichten.

Het burgerlijk procesrecht verschaft een persoon bepaalde middelen om zijn burgerlijke rechten en plichten te handhaven en te beïnvloeden.

  1. Het voorkomen van een gerechtelijke procedure

Preventiefunctie, de middelen die het burgerlijk procesrecht biedt, zoals het instellen van een vordering, kunnen een preventieve werking hebben. Onder dreiging van een gerechtelijke procedure zijn burgers vaak bereid om (alsnog) vrijwillig hun rechten en plichten te vervullen.

  1. Het voorkomen van eigenrichting

Eigenrichting houdt in dat een persoon zelf en met eigen middelen zijn recht gaat halen    zonder hulp van de overheid en zonder dat hem daartoe een wettelijke bevoegdheid is gegeven. Doordat het burgerlijk procesrecht middelen tot handhaving van de civiele   rechtsorde ter beschikking stelt, wordt eigenrichting zo veel mogelijk voorkomen.

Het burgerlijk procesrecht valt zowel onder het privaatrecht als onder het publiekrecht. Dit komt mede doordat het handhaven van het burgerlijke recht een overheidstaak is en daarmee dus onder publiekrecht valt. Verder is het proces tussen rechtspersonen onderling privaatrecht.

De bronnen van het burgerlijk procesrecht.

Het burgerlijk procesrecht kent meerdere bronnen van nationaal tot internationaal recht.

Zo zijn art. 6 EVRM en art. 14 IVBPR van groot belang binnen het procesrecht. Deze internationale wetten hebben rechtstreekse werking. Dit komt doordat Nederland een monistisch stelsel heeft waarin alle internationale wetten niet hoeven omgezet te worden in het Nederlandse recht. Op grond van artikel 93 van de Grondwet zijn alle verbindende bepalingen van verdragen en besluiten dan ook direct van kracht voor de burgers. En op grond van artikel 94 van de Grondwet hebben de internationale verdragen voorrang op de nationale wettelijke bepalingen.

Verder vindt men bronnen voor het burgerlijke procesrecht in jurisprudentie en formele wetgeving.

Het burgerlijk procesrecht kent twee soorten procedures,

1. dagvaardingsprocedure;
2. Verzoekschriftprocedure.

De dagvaardingsprocedure is in Nederland de meest gangbare procedure in het civiele recht. Deze wordt net als de verzoekschriftprocedure geregeld in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De volgorde van de dagvaardingsprocedure is als volgt:

1. Dagvaarding sturen naar de gedaagde;
2. Conclusie van antwoord door de gedaagde;
3. Rolzitting;
4. Repliek Dupliek;
5. Zitting;
6. Vonnis.

De verzoekschriftprocedure is een stuk minder omslachtig dan de dagvaardingsprocedure. Eerst moet er gekeken worden of er in de materiele wet het woord verzoeken staat en wanneer dit het geval is is er sprake van een verzoekschriftprocedure.
 
1. Verzoekschrift sturen naar gedaagde;
2. Oproeping zitting
3. Reageren op verzoekschrift (kan mondeling op zitting)
4. Zitting
5. Beschikking

Zoals je ziet is er ook een verschil tussen de uitspraak van de rechter bij beide procedures. In de dagvaardingprocedure is er sprake van een vonnis en bij de verzoekschriftprocedure is er sprake van een beschikking.

Mochten jullie nog vragen hebben over de inhoud mail ons dan op info@sjak-jhs.nl

Leave a Reply